ONTWIKKELING O9 VOETBALLER

ONTWIKKELINSGPLAN DE JO9 SPELER

WAT KAN WIL DE 09 SPELER?

Wat kan en wil de O8/O9-speler? Deze leeftijdscategorie is per definitie verliefd op de bal en kan doelgericht leren handelen met de bal. Waar moet je nog meer rekening mee houden?

Deze pupillen zijn erg snel afgeleid en heel speels. Ze kunnen zich niet lang concentreren. De spelers zijn visueel ingesteld (plaatjes, voorbeelden) en hebben erg veel moeite om dingen samen met teamgenoten te doen. De jongens en meisjes zijn individueel gericht, daarom is samenspel op deze leeftijd erg moeilijk. Aannemen, dribbelen, drijven en schieten zijn aspecten die ze moeten leren. De bal is de grootste voetbalweerstand en zal eerst overwonnen moeten worden. Dit kan goed in trainingsvormen waarbij ze zoveel mogelijk balcontacten hebben en zo min mogelijk hoeven te wachten.

Maak van de trainingsonderdelen een spel waarbij de kinderen hun energie kwijt kunnen en er voldaan wordt aan de belevingswereld van de 6-9 jarigen. Geef aan de spelers vooral plaatjes (voorbeelden) en probeer zo min mogelijk aan praatjes te doen. Zorg bij de trainingen voor een goede organisatie van de trainingsvormen zodat het voor de spelers meteen duidelijk is wat de bedoeling is.

Pingelen is toegestaan en wordt gemotiveerd en niet afgestraft.
De spelers kunnen op verschillende posities spelen.
Alle oefeningen tijdens de training zijn met de bal.
De spelers zijn niet meer bang van tegenstanders en zijn gewend aan de ruimte binnen het speelveld.
Er wordt veel aandacht besteed aan oefenen van technische vaardigheden
De spelers hebben geleerd dat elk spel vanuit sportiviteit wordt gespeeld.
Tijdens de trainingen hebben de spelers lichte motorieke vaardigheden geleerd.
De spelers kunnen handelen binnen de spelregels.
Keeper: Belangrijk is dat om beurten deze positie wordt ingenomen. Op latere leeftijd wordt pas duidelijk welke positie de speler het aantrekkelijkst vindt.

WAT HEBBEN DE JO9 SPELERS GELEERD VOORDAT ZIJ NAAR JO10 GAAN!

AANVALLEN

ALGEMENE UITGANGSPUNTEN

De spelers beheersen het aannemen van de bal met de binnenkant van de voet, zowel links als rechts.
De spelers kunnen met een bal dribbelen en deze dicht bij zich houden, In de open ruimte kunnen de spelers drijven met de bal.
De spelers durven acties uit te voeren om de tegenstander te passeren

DOMINANTE VOETBALHANDELINGEN

Spelers kunnen de bal met de binnenkant van de voet (beide) zuiver over 10 meter inspelen.
Spelers kunnen met hun ‘sterke’ been een wreefschot op het doel geven.
Spelers hebben geleerd een naam te noemen bij het overspelen
Keeper kan de bal uitrollen, passen en kan de bal bij het terugspelen aannemen.

TACTISCHE DOELSTELLINGEN

Spelers leren het groot te maken in de breedte en lengte.
Spelers leren te voetballen, spelers pingelen en passen over de grond, keeper rolt of passt.
Spelers leren om bij een kans te schieten.

VERDEDIGEN