Kenmerken van het spel
Het voetbalspel laat zich als volgt typeren; het is een zeer complex spel: de bal is altijd ‘vrij’ en voor alle deelnemers aan het spel bespeelbaar. Door het grote aantal deelnemers zijn er veel verschillende opties in het spel, waardoor er een veelvoud aan keuzemogelijkheden ontstaat.
Deze keuzes zijn vrijwel nooit hetzelfde. Dit maakt het spel onvoorspelbaar. Hierdoor is het spel resultaat-georiënteerd, in tegenstelling tot vele andere sporten die vorm-georiënteerd zijn.
Structuur van het spel
Zoals al eerder aangegeven gaat het voetbalspel om winnen. De KNVB ziet het voetbalspel als een dynamisch proces van aanvallen, verdedigen en omschakelen. Het ene team (met bal) heeft de functie om aan te vallen en het andere team (zonder bal) op dat moment de functie om te verdedigen.
Binnen de teamfuncties hebben beide teams taken. Binnen het aanvallen heeft het team de taak om op te bouwen om eindelijk tot scoren te komen (tweede taak). Binnen het verdedigen heeft het team de taak om de opbouw te verstoren en de taak om doelpunten te voorkomen. Het omschakelen naar verdedigen is erop gericht dat de aanval/opbouw weer snel verstoort wordt. Het omschakelen naar aanvallen is er op gericht dat het eigen team snel weer aan opbouwen/aanvallen toekomt.
Uiteindelijk wordt de wijze van aanvallen, verdedigen en omschakelen bepaald door de wijze van spelen van het team en het handelen (als collectief) van de individuele spelers daarbinnen. Spelers voeren handelingen met en zonder bal uit. Deze handelingen moeten bijdragen aan het doel van het spel: winnen
Spelinzicht en communicatie
De kwaliteit van handelen met en zonder bal is bepaald door de keuze die een speler maakt in relatie tot de voetbalsituatie. Dit is spelinzicht. De keuze die een speler maakt in relatie tot de medespelers en of tegenstanders heet communicatie.
Aangezien er sprake is van een vastgestelde speelduur, moeten de spelers gedurende deze periode het handelen met en zonder bal volhouden met zo min mogelijk kwaliteitsverlies. Dit is voetbalconditie. Door de ontwikkeling van de afgelopen jaren zijn de aspecten fysieke kracht en winning mindset (‘winnaarsmentaliteit’) steeds vaker ter sprake gekomen. Deze aspecten zouden mogelijk een onderdeel moeten zijn van de structuur van voetballen

Spelbedoeling
Het doel van het voetbalspel is worden omschreven als meer doelpunten maken dan de tegenpartij . Deze spelbedoeling kan winnen . Dit lijkt nogal vanzelfsprekend, echter blijkt dit in de praktijk t och tot allerlei misverstanden te leiden. Zo wordt wel eens gezegd dat winnen iets is voor prestatiegerichte teams uit hogere afdelingen en topniveau en dat het bij kinderen en recreatieve voetballers in de eerste plaats gaat om het plezier. Dit zogenaamde verschil tussen winnen en plezier is een misverstand. Ook een speler uit een lager elftal zal proberen te scoren als hij alleen op de keeper van de tegenpartij af gaat. Iedere voetballer is op zijn/haar niveau bezig met het willen winnen. Het verschil zit hemin het belang dat men hecht aan het uiteindelijke resultaat
Teamfuncties
Voetbal is een teamsport. Vanuit hier is het logisch om het voetbalspel vanuit teamniveau te benaderen. Voetbal bestaat uit 3 functies:
- Aanvallen
- Verdedigen
- Omschakelen
1.Aanvallen Dit zijn de handelingen die bij balbezit kunnen worden uitgevoerd en die gericht zijn op het maken van een doelpunt. Dit is echter wel veel breder dan het maken van alleen een doelpunt. Aanvallen begint vaak al bij de keeper en in principe kunnen alle andere spelers hier ook aan bijdragen.
Daarom is het zinvol de teamfunctie aanvallen te splitsen in 2 teamtaken:
- Opbouwen
- Scoren
Deze fasen worden de teamtaken genoemd. Bij opbouwen gaat om aanvallende handelingen die gericht zijn op het creëren van kansen. Het creëren van kansen is geen doel op zichzelf, maar staat in het teken van het maken van doelpunten, het scoren. Dit is voor het gehele team van belang waardoor dit een teamtaak is.
2. Verdedigen Verdedigen zijn de handelingen die worden uitgevoerd als de tegenstander in balbezit is. Net als aanvallen is verdedigen ook een teamfunctie. Het gaat dus niet alleen om de keeper en verdedigers.
De teamfunctie verdedigen kan gesplitst worden in 2 teamtaken:
- Storen
- Doelpuntenvoorkomen
Bij storen gaat het om het voorkomen dat de tegenpartij kansen weet te creëren. Mocht de aanvallende partij er toch in slagen een kans te creëren dan heeft het storen niet tot het gewenste resultaat geleid. Het is dan de taak om een doelpunt te voorkomen.
3. Omschakelen Er zijn bij het omschakelen twee momenten:
- Balverlies naar Balbezit
- Balbezit naar Balverlies
Op het moment dat de bal wordt veroverd is er sprake van een wisseling van balbezit en moet worden omgeschakeld van verdedigen naar aanvallen. Het andere team schakelt dan om van aanvallen naar verdedigen. Dit gebeurt gelijktijdig.
Voetbalhandelingen Met behulp van de voetbalhandelingen kan er worden aangevallen, verdedigd en worden omgeschakeld. Dit zijn de individuele handelingen van de voetballers.